Dit ziektebeeld heeft nog andere namen. Het stond vroeger bekend alsSudeck's atrofie of posttraumatische (reflex) dystrofie, of het reflectoir sympathische dystrofie syndroom. Het gaat steeds om hetzelfde beeld.
De patiënt lijdt aan een sterke pijn, die vaak omschreven wordt als diffuus en brandend, meestal in een arm of been. Vaak gaat er een trauma (botbreuk, operatie, ongeval) aan vooraf. Rust brengt voor de arm of het been waar de pijn zit geen echte verbetering. Vaak gaat de pijn gepaard met tintelingen, en is de huid extreem gevoelig voor aanraking. Er is vaak sprake van zwelling en zweten. In de loop van de tijd verandert de huid en wordt zij dun en glazig. Normaal gebruik van arm of been lukt niet goed.
Jaarlijks komen er in Nederland naar schatting tussen 5000 en 8000 nieuwe patiënten met CRPS bij! Uiteindelijk kan 20% van deze patiënten hun gebruikelijke rol in het dagelijkse leven niet meer op een normale manier vervullen. Je zou kunnen zeggen: jaarlijks krijgt Nederland er, ten gevolge van deze aandoening, 1000 chronisch zieken bij.
Er is een aantal reguliere vormen van behandelen die bewezen effectief kunnen zijn. Dit is uitgezocht door een werkgroep van diverse medisch specialisten en paramedici*. De volgende behandelingen hebben een wetenschappelijk bewezen positief effect op het verloop van het ziektebeeld CRPS:
- Gabapentine 600-1800 mg/24 uur
- DMSO- crème 50%
- N-acetylcysteïne 3dd 600 mg
- Corticosteroïden
- Calciuminstroomblokkers
- Ruggemergstimulatie
- 500 mg vit C per dag, vanaf de eerste dag van de fractuur (preventie)
Op de effecten van psychologische -, revalidatiegeneeskundige- en fysiotherapeutische behandelingen wordt hier niet nader ingegaan.
De hierboven beschreven behandelingen hebben een positief effect op het verloop van het ziektebeeld, maar kunnen niet voorkomen dat 1 op de 5 patiënten met forse chronische (pijn)klachten blijft zitten. Voor die groep kan neuraaltherapie een uitkomst zijn. Van 1992 tot 1994 heeft een Nederlandse huisarts, drs Gribnau, tevens, arts voor neuraaltherapie, 23 patiënten met CRPS behandeld. Het resultaat was heel goed: 73% van de patiënten zijn genezen en bij 20% van de patiënten was de behandeling nog gaande of was er wel verbetering maar geen genezing. Een uitgebreid verslag van deze studie vindt u samen met de korte gevalsbeschrijvingen elders op deze website, bij het artsendeel. De arts voor neuraaltherapie ziet het CRPS als een neuro-vegetatieve ontregeling van een bepaald gebied, meestal een arm of been. Het vegetatieve zenuwstelsel in dat gebied is volledig in de war. Het ziektebeeld CRPS is daarom ook zo goed te behandelen met neuraaltherapie: met neuraaltherapie kan de gestoorde regulatie van het vegetatieve zenuwstelsel worden aangepakt. In de therapie van het ziekenhuis gebeurt dit niet of nauwelijks.
De neuraaltherapie is niet alleen effectief bij CRPS, het beschikt ook over een verklaringsmodel. De arts voor neuraaltherapie gaat op zoek naar stoorvelden in het lichaam: littekens, oude ontstekingen, gebitshaarden. Helaas wordt dit model door de reguliere geneeskunde niet geaccepteerd.
Wij zijn als NVNR van mening dat de neuraaltherapeutische behandeling van het CRPS onderwerp moet zijn van wetenschappelijk onderzoek.
De neuraaltherapeutische behandeling van CRPS:
Zoals reeds gezegd beschouwen we het CRPS als een neuro-vegetatieve ontregeling in een bepaald gebied. Hierbij inbegrepen is een gestoorde bloedsomloop. Het beste is om een CRPS te voorkomen. Daarom wordt geadviseerd zo snel mogelijk na de operatie, een verwonding of de fractuur met neuraaltherapie de pijn te behandelen, zodat beweging en oefenen van arm of been weer mogelijk is. Het is dus zaak om al in een vroeg stadium de toestand van sympathische overprikkeling tot rust te brengen (het sympathische zenuwstelsel is onderdeel van het vegetatieve zenuwstelsel).
De manier waarop de arts voor neuraaltherapie dit zal doen verschilt. De ene arts zal vooral plaatselijk – in en om de wond of het fractuur- injecties geven. De andere zal (ook) op afstand via knooppunten van het vegetatieve zenuwstelsel en via de toevoerende bloedvaten regulatie willen bereiken.
Voor patiënten die al eerder een CRPS hebben doorgemaakt is deze vroege neuraaltherapeutische aanpak van grote waarde – een CRPS kan voorkomen worden. Als het gaat om preventie van het CRPS geldt de stelregel: hoe vroeger neuraaltherapeutisch ingegrepen, hoe beter het resultaat.
Voor patiënten die al jaren klachten hebben en uitbehandeld zijn kan neuraaltherapie perspectief bieden. De gevalsbeschrijvingen van drs. Gribnau, elders op de website, zijn hier een illustratie van. De behandeling is in wezen niet anders dan bij preventie. Bij chronische CRPS zal de arts voor neuraaltherapie nog meer gespitst zijn op het vinden van een stoorveld. Een blijvend behandelresultaat mag je pas verwachten als dit stoorveld, dat vaak op afstand ligt, wordt "geneutraliseerd". Met casus 6 en casus 17 willen we de behandeling van het CRPS illustreren.
*Bron: Richtlijn Complex Regionaal Pijn Syndroom type 1, ISBN-10: 90-8523-124-8